Een vrijdagochtend in september 2017:
Ik loop het labyrint en het valt me op dat er twee mensen (op leeftijd) aan de kant zitten met een kaartje om hun hals die regelmatig mensen aanspreken die zomaar het labyrint doorkruisen.
Vrijdagochtend april 2018:
Ik zie de twee mensen weer en spreek ze aan. Eén van hen, monsieur Bernard, blijkt Engels te spreken. Ik vraag naar zijn werk hier: zorgen dat mensen rustig en ongestoord het labyrint kunnen lopen en mensen te woord staan die iets willen weten over de bedoeling van het labyrint.. We spreken over het labyrint. ‘Veel mensen komen hier met hun eigen bedoelingen en willen allerlei zweverige dingen doen hier’ spreekt hij zijn zorg uit. Ik vertel over de labyrinten die ik op het strand maak en over de ervaringen die mensen hebben, en dat het fijn is als mensen iets van zichzelf ervaren, dichter bij zichzelf komen, want vaak komen ze dan ook dichter bij een gevoel van liefde. Dat zachtheid en liefde altijd goed en helend is zonder dat die mensen naar een kerk hoeven te gaan.
Het is een open gesprek.
Op een gegeven moment vraagg ik hem of ik op een vrijdag hen zou mogen helpen als vrijwilliger.
‘Are you Christian?’ is zijn vraag.
Even aarzel ik: moet ik een gesprek aangaan over wat een christen is, wanneer je dat bent?
Ik ben zeer geïnspireerd door het leven en de daden van Christus. Daarom zeg ik: ‘Yes’.
Dan mag ik komen.
De hele zomer komt het er niet van.
Vrijdagochtend april 2019:
Ik ben met een groep dus het is niet mogelijk die dag te helpen.
In de ochtend zie ik ms Bernard, hij weet mijn naam nog en ik zeg hem dat ik deze zomer vast een keer kom.
Vrijdagochtend augustus 2019:
Het is zover. Samen met Lutgarde melden we ons die ochtend bij ms Bernard.
Hij is alleen, zijn collega past op de kleinkinderen.
We maken een driehoek rond het labyrint, staan vaak op om mensen aan te spreken die het labyrint (dreigen te) doorkruisen. We hebben mooie gesprekken over de zin van het labyrint en soms over de zin van het leven, waartoe het labyrint uitnodigt. Soms komt er een boze reactie, maar meestal begrijpen mensen dat ze er omheen moeten lopen. Vele nationaliteiten komen langs, gelukkig spreken de meeste mensen Engels. Nederlanders wijs ik op de site in Nederland, twee Nederlanders die elkaar onderweg ontmoet hebben, hebben in Chartres een hotel genomen om de kathedraal te bezoeken, en na enig aarzelen lopen ze het labyrint. In de loop van de dag ga ik mensen herkennen die het labyrint meerdere malen lopen, (how many times? four!), en zelfs later in het stadje herken ik enkele mensen uit het labyrint.
Ms Bernard die 86! jaar is, is blij met onze hulp, zegt hij dankbaar.
Het is zijn wekelijkse taak, die heel inspannend is maar hem ook veel geeft, aan mooie contacten en gesprekken.
Uren houden we het vol, we wisselen van plek want bij de ingang is het ’t drukst.
Het labyrint krijgt voor mij een andere plek die dag: ik kan nog steeds het gevoel oproepen dat ik krijg als ik de kathedraal op vrijdagochtend binnenkom om het labyrint te lopen (verwachting, verwondering, een soort van vlinders zelfs), maar nu kan ik het labyrint ook meer zien als plek om voor te zorgen, om letterlijk te hoeden en ‘schoon’ te houden.
Rond 17 uur komt een medewerker van de kathedraal die een paar bezoekers vraagt hem te helpen met de stoelen terugzetten.
Wij helpen ms B met het oprollen van de informatie-panelen in verschillende talen en praten wat na.
Bek-af gaan we naar ons onderkomen, heel voldaan en blij met deze ervaring.