Toen ik hem de eerste keer op de (palliatieve) afdeling zag, dacht ik dat hij een geestelijke beperking had. Hij zat half onderuitgezakt in zijn rolstoel, met een bord eten, had geknoeid, had meestal zijn ogen dicht, soms deed hij ze even open, maakte nauwelijks contact en was niet goed verstaanbaar. Mijn eerste reactie was een terughouden en niet goed weten hoe contact te maken. Zijn familie kwam op bezoek en de rest van de avond zag ik hem niet meer.
De tweede keer dat ik hem zag, een week later, had hij aanvankelijk weer bezoek. Ik had ook gehoord dat hij nogal eens uit zijn stoel viel, en dan met moeite er zelf weer inklom.
Op een gegeven moment zette de verpleegkundige hem in de woonkamer om hem wat meer in de gaten te houden, vermoedde ik. Ze had hem gevraagd of hij een voetmassage van mij wilde, en zo geschiedde. Een been op een krukje, voet op een handdoek, maar makkelijk ging dat niet want zijn voet leek een eigen leven te leiden en soms gewoon van het krukje af te willen schuiven.
Inmiddels had ik vernomen dat deze man leed aan ‘narcolepsie’ een slaapziekte waar je niet tegen kan vechten, je valt gewoon in slaap, kortdurend, continu in zijn geval. Het masseren van de voeten ging niet goed en ik vroeg of ik zijn handen mocht masseren, dat was goed.
Zo kon ik dichter bij hem zitten en iets meer sturen als hij weer voorover viel.
Oogcontact maken.
Af en toe een vraag stellen.
10 jaar geleden was het begonnen, hij werkte toen nog in de bouw.
Hij was nauwelijks te verstaan, ik probeerde me in te leven hoe dat moest zijn, als je niet begrepen wordt, en hoe het moest zijn de reacties van de mensen om je heen te verdragen. En voelde mee hoe vermoeiend het is als je geen grip (meer) hebt op je waaktoestand. Zijn handen ‘liepen’ niet weg, en intussen kon ik hem terug duwen in zijn stoel als hij naar voren dreigde te vallen.
Daarna besloot ik, op gevoel, zijn nek te masseren. Dat bleek hij heel fijn te vinden.
Wat had ik te doen met deze man.
De keer erop toen ik kwam, hoorde ik dat hij was overgegaan.
Wat ben ik dankbaar dat ik deze stap heb kunnen maken van terughouding naar compassie.