Afgelopen jaar in november was ik nauw betrokken bij het overlijden van een dierbare vriend. Na zijn overgaan is hij thuis opgebaard met graszoden, een aantal plakken gras die we uit een grasveld hadden uitgestoken en op theebladen en oven-bakblikken hadden gelegd. Deze werden op de grond onder het bed geplaatst en een paar keer per dag besproeid met water waarin kwartsdruppels en rozemarijn badmelk zijn opgelost. Een liefdevolle handeling die mijn vriendin graag deed voor haar man, alle dagen tot aan de uitvaart.
Waarom zou je dit nu verkiezen boven een koelplaat?
Het gaat er, kort gezegd, om waar je voor wilt kiezen: controle houden of de natuur haar gang laten gaan.
Wil je dat het (afgelegde) lichaam toonbaar blijft voor jezelf en het bezoek, dat het ‘er goed uit blijft zien’, dan kun je kiezen voor een koelplaat. Het proces van ontbinding wordt dan vertraagd, bijna stopgezet, omdat het lichaam wordt bevroren.
Je kunt er ook voor kiezen om het lichaam de gelegenheid te geven in het eigen tempo te ontbinden. Daarbij kunnen graszoden dit proces ondersteunen.
Gras werkt verkoelend want het heeft warmte nodig. Daardoor onttrekt het warmte aan de omgeving. Belangrijk is dat de ramen gesloten blijven en de verwarming uit is.
Bovendien zijn er geen mechanische geluiden en verstoringen voor het rustig afleggen door de ziel van het lichaam. Hieraan ligt de overtuiging ten grondslag dat het leven bij het overlijden niet ophoudt. En dat maakt dat je anders met het gestorven lichaam en de ziel van de overledenen omgaat.
Vaak wordt er dan na het overlijden gewaakt om de ziel te ondersteunen met het rustig verlaten van het lichaam en een bedding te vormen tegen negatieve verstoringen. (Zie daarvoor mijn blog over waken na overlijden)
Ik heb weer ervaren wat een heilzame werking er uitgaat van deze natuurlijke, ecologische en energetisch schone manier van koelen. De serene sfeer, de eerbied voor de overledene en het proces dat hij doormaakt, de vrede die voelbaar is, de stilte.
Ik gun het iedereen.