In het stadhuis was het mijn beurt om een paar eenvoudige huwelijken te sluiten. We doen dit bij toerbeurt en zien de echtparen van te voren niet; daarom heet het eenvoudig:
het is goedkoper, er is geen toespraak en de ceremonie duurt maximaal een half uur.
Het ja-woord is een heilig moment.
Zonder dat ik dat woord in de mond neem, is mijn voorbereiding naar de officiële vragen erop gericht iets van dat -heilige- moment te ervaren. Daarover in een volgend blog.
Nadat ik had afgesloten met een gedicht liep ik met het trouwboekje naar het echtpaar om hen te feliciteren. Ik stond voor hen, aarzelde even om te beslissen hoe ik het deze keer zou doen: met mijn hand op m’n hart, een buiging, knikken… en toen stak ik mijn hand uit.
Er was een fractie van een aarzeling bij het echtpaar. Toen beantwoordden ze mijn handdruk, onwennig bijna, en we voelden dat het over een niet alledaags moment ging.
Dat benoemde ik ook.
Voelde het als een heilig moment?
Dat kon ik al reflecterend pas zodanig benoemen.
Bij het tweede echtpaar was ik met mezelf voorbereid en sprak hardop uit dat ze helemaal vrij waren om mijn handdruk te beantwoorden of niet. Ook zij schudden mijn hand.
Zo krijgt een bewust ingezette en welgemeende handdruk om een bijzonder moment te bekrachtigen, opnieuw de waarde die het toekomt.
Een nieuw heilig moment.