“De muziek mis ik nog het meest’, zei hij toen ik bij hem zat met een kopje koffie.
Een veelbewogen leven, al 20 jaar weduwnaar, en afgelopen december verloor hij één van zijn zoons, terwijl hij zelf in zijn laatste fase zit. Terugblikkend op zijn leven haalt hij -iedere keer als ik hem zie- herinneringen op, associërend van de ene op de andere gebeurtenis, èn meestal boeiend, want hij vertelt alsof je erbij bent.
Veel kan hij loslaten, hij heeft geen keus, hij heeft een goed leven gehad, hoewel hij regelmatig vertelt dat het hem pijn doet als hij een echtpaar op leeftijd ziet, dat al vele jaren samen is, dat had hij ook zo graag gewild.
Voor alles is een tijd, en hij heeft leuke dingen ondernomen.
Zo speelde hij, met zijn broers, in de harmonie, op de trombone. Hij geniet als hij er over vertelt, en ik luister graag naar enthousiaste muziekliefhebbers.
En dan die zin, die blijft hangen.
De volgende dag bel ik met de voorzitter van de muziekvereniging en met de coördinator van de evenementen in het verpleeghuis. Binnen een week is het geregeld, en het wordt een verrassing.
De donderdag erop komen rond de 20 muzikanten, na hun eigen repetitie, binnendruppelen en installeren ze zich achterin het restaurant op de begane grond. Als alles klaar staat, gaat één van zijn broers hem halen op zijn kamer. Hij moet wakker gemaakt worden, en in de rolstoel komt hij beneden, met een zuurstoffles, door de verpleging al voorbereid.
Zijn zoon en een goeie vriend zijn speciaal meegekomen.
Na de eerste schrik, is hij zeer geraakt, en geniet hij volop.
Na afloop voelt hij zich de gastheer: ‘Kunnen deze mensen iets te drinken krijgen van me?’
Een mooie verrassing voor een bevlogen -inmiddels overgegane- muzikant.